Gelijk

Zomaar een gesprekje

“Als je toch naar boven gaat, neem dit dan gelijk mee”, zeg ik en ik peuter snel het prijsje van het kinderboek af dat ik op zolder wil bewaren in onze cadeaudoos, genaamd Kadoos. Kadoos heeft ook een broer, genaamd Kadeux. Maar daar gaat dit verhaal niet over.

Het stickertje is los en ik plak het op Peters pyjama, terwijl hij met uitgestoken hand staat te wachten tot ik hem het boekje geef.
“Als je het stickertje niet wil, gooi je hem maar in de prullenbak”, zeg ik. Peter kijkt beteuterd. “En als je dat zielig vindt, bewaar je hem maar bij je eigen spullen”, grap ik. Ik draai me om.
Peter gooit het stickertje inderdaad niet weg.
“Hij is verdrietig, omdat hij niet op jou heeft gezeten”, zegt Peter. En voor ik hem kan tegenhouden zit het stickertje achterop mijn schouder. Ik kan er net niet bij om hem eraf te halen, maar dat doet Peter al voor mij. “Zo. Nu is zijn leven voltooid”.

“Dat is echt raar”, zeg ik.
“Wat?” zegt Peter.
“Peter van Embden”, antwoord ik.
“Weet je wat pas raar is? Mariëlle van der Lee”.

“Nou dat valt echt wel mee”, reageer ik weer, “en ik kan het weten. Ik maak haar dagelijks mee. Ik kan niet zonder haar”, zeg ik.

“Daar heb je wel een punt ja”, geeft hij mij gelijk. Maar dat wist ik al. Ik heb altijd gelijk.

Nieuwe vriend

Al twee keer eerder keek hij me aan en liet hij mijn hart smelten. Zijn wangen blozen en hij lacht voorzichtig. De eerste keer liep ik stug door, deed ik of ik hem niet zag. De tweede keer kon ik het niet laten om te vragen wat hij zou kosten en dat viel me alles mee. Maar hij kon niet met me mee, ik was wandelend op de Korf en duwde een buggy. Nu ging ik voor de derde keer speciaal terug naar de bloemenwinkel. Hij stond niet op dezelfde plek als gisteren, dus even was ik bang dat ik te laat was. Maar om het hoekje stond hij alsnog op mij te wachten. Ik greep hem beet en sjouwde hem naar de toonbank. Toen de caissière hem beetpakte, zag ik een beschadiging. Ik zei dat ook lekker handig: “o, zie ik nou dat hij kapot is aan zijn kont?”
En inderdaad, er zit een gaatje in zijn gat, dus ik krijg hem nog met korting mee ook.

Vol trots neem ik hem in mijn armen. Natuurlijk ‘gaat hij zo wel mee’. Mijn linkerarm om hem heen, mijn rechterarm ondersteunt zijn voetjes. Als ik ons weerspiegeld zie in de ramen van de winkels, lijkt het net of ik een kind sjouw. “Leuke baby”, zegt een passerende man. Ik moet giechelen.
Ik pak hem voorzichtig in mijn anti-ijsdeken in en stop hem in de kofferbak. Net of hij een lijk is. Maar thuis neem ik hem weer liefdevol in mijn armen, maken we nog een selfie en zoek ik een mooi plekje voor mijn nieuwe, kleine vriend in de tuin.

20180425 foto kabouter

Naakt Afrika

Ik weet nog zo goed dat ik daar stond, alles uittrok en in zee rende.
dat ik spetterde en gelukkig was
enkel kon lachen
de zon op mijn huid brandde, op mijn kont
dat niemand keek, ik mezelf kon zijn
vrij
dat we samen waren wij en ik
Afrika en het leven

P1040671

Ik kan mezelf niet serieus nemen

Ik kan mezelf niet meer serieus nemen. Dat ik al die tijd mijn bril met de verkeerde doekjes schoonmaakte was al stom genoeg, maar nu zat ik ineens met een bril vol krassen in de bovenste laag, de ontspiegelingslaag. “Die kunnen we er wel afweken, dan heb je hem morgen terug”, zeiden ze in de brillenwinkel waar ik overigens erg tevreden over ben en best reclame voor wil maken, maar zo zit schrijfmar niet in elkaar. Of toch wel. Pearl! Pearl! Pearl!

De volgende ochtend kwam ik terug bij Pearl en ik zei:

“Ik kom mijn bril uit bad halen”.

Ze lachte niet, ze vroeg alleen heel serieus mijn naam. Had ik toch de hele nacht liggen nadenken over die grappige opmerking – blijkt het weer alleen mijn humor te zijn.

Brilletje is weer krasloos, maar spiegelt nu wel ‘wat’ meer. En daarom kan ik mezelf niet meer serieus nemen. Een foto van mij is nu compleet onmogelijk geworden, want: bril spiegelt. Maar ik kan mezelf in de spiegel ook niet in de ogen kijken, want: bril spiegelt. Ik weet niet of een ander me wel kan aankijken, want: bril spiegelt.

En ik kan je vertellen dat dat heel irritant is. Het betekent het einde van mijn liefdevolle relatie met mijn groen/paarse bril, wat ik heel verdrietig vind. We zijn nog geen drie jaar samen en zijn al die tijd heel gelukkig geweest. Maar het gaat niet meer. Een opvolger is besteld en daar zal ik het dan voorlopig mee moeten doen.

Misschien moet ik mijn kleding dan nog maar wat vrolijker of gekker maken, want die vrolijke bril is weg. En mijn nieuwe is een stuk minder vrolijk………….

Ontspannen Friesland

Omdat ik maanden geleden al even rust aan mijn hoofd wilde en een leuke bed and breakfast had ontdekt in Friesland, plande ik ver vooruit een weekendje met mezelf.
Oh, wat keek ik daar naar uit.

Ik vroeg me wel af of het nog nodig zou zijn als Peter afgestudeerd zou zijn, maar dat was niet nodig want hij studeerde nog niet af.

En dus ging ik alweer twee weken geleden naar Friesland, naar Workum om precies te zijn, helemaal met mezelf. Vroemelientje reed, twee egels op de achterbank. Wat kon mij nou gebeuren?

Nou inderdaad helemaal niks.
Behalve een schrijfblack-out dan, maar ach. Zoals mijn Friese vriend verstandig zei: ‘is dat zo erg?’
Ik heb ontspannen en dat is voor mij zo lastig én belangrijk.

Er was rust, gezelligheid, lachen en serieuzigheid.
Vrolijke was (had je al kunnen spotten op mijn instagramprofiel), iniministrandjes bij Hindeloopen, een klif van 6 meter, mooie kroelpoezen en een man die voor me kookte. Echt, wat wil een mens nog meer?
Ik geniet nog steeds! Wat is het toch heerlijk om even alleen weg te zijn. Na te denken, uit te rusten.
Gewoon even te zijn wie ik ben zonder van alles te moeten.

Workum-elfje

Friesland
Stil zo
Overal te kijken
Ver om mij heen
Genieten

Weten waar ik dan precies ben geweest of wil je ook zo’n ervaring? Kijk op www.ladolcefrisia.nl

18251507_418454368523595_4270811944660762624_n

Stond ik ff voor lul…

VROEMMMM VROEMMMMMM!!! De hele buurt is wakker. Alle buren zullen nu voor hun raam staan turen naar buiten ‘waar die klereherrie vandaan komt’. Ik heb geen tijd om me te generen. Ik moet deze auto van zijn plek krijgen.
Vijf keer opnieuw starten, vijf keer een klein stukje vooruit rollen in de eerste versnelling en ik sta een paar meter verderop wéér stil.
Ik bel mijn privé-ANWB in de vorm van Peter, die gelukkig opneemt. “Hoe werkt jouw auto?” vraag ik hem.
Het eerste wat hij oppert blijkt al gelijk de oplossing te zijn. Ik heb al zo lang niet in zijn auto gereden, dat ik even was vergeten dat zo’n barrel een ‘choke’ heeft. Je weet wel zo’n strakke ketting… huh? O nee, das een chokeR.
Nee een sjook dus, als je eraan trekt maakt die auto nog meer lawaai maar rijdt-ie tenminste wel weg.
Gierend van de lach scheur ik weg. Het is gelukt, het is gelukt! Jubelt mijn binnenste. Maar dan ben ik nog maar net mijn straat uit. Verstikt van de lach én de spanning bedank ik Peter. “Ik heb nu de rest van mijn aandacht nodig om naar Rotterdam te komen”, sputter ik, dus we hangen op.
Zeker een hele centimeter van mijn tong wordt afgebeten door mijn vier voorste – iets te gele – boventanden bij elke bocht en elk stop-moment.
Het voelt of ik word gelanceerd als ik wegrij. Ik probeer daarom zo min mogelijk weg te hoeven rijden. Als er een stoplicht aankomt of een voorrangsweg ga ik er vanuit dat ik gewoon door kan rijden. Zo niet, dan rem ik zo hard dat de auto bijna op zijn kop vliegt. Piepende banden, een geur in de auto alsof ik zojuist in de motor een lijk heb verbrand. Bijkomend voordeel is dat ik dan geen last heb van de gillende keukenmeiden, omdat de remmen zich zo voordoen bij normaal remgedrag.
Ik zit opnieuw te gieren van de lach, allemaal puur zenuwen die mijn lichaam uit willen. De enorme herrie – alsof er een bombardement is losgebarsten boven de plek waar ik rij – is echt niet om over naar huis te schrijven.

Gelukkig krijg ik al gauw het bericht dat mijn eigen auto door de APK-keuring is… Hoe flikt ze ‘t? Dit was mijn reactie:

20170216-foto

Het serieuze grapje

Of: de stille, mysterieuze gniffellach in de kerk

Als jij naar de kerk gaat, heb je dan soms ook zo’n vol hoofd? Ik denk niet dat ik de enige ben, toch? En laat ik eerlijk zijn: dat komt niet alleen door wat die man (of vrouw) voorin de kerk aan me probeert wijs te maken. Niet zelden dwaal ik af in mijn hoofd. Ik wil wel luisteren, maar mijn hoofd is te vol. Soms past het er niet bij, al die nieuwe informatie. Of soms past het wel, maar zijn er teveel andere dingen die aandacht vragen. Tegenwoordig neem ik vaak een schrijfblokje mee. Juist ‘in de rust van de Heer’ lukt het mij dan om even de shitload aan gedachten ietwat te ordenen. Wat ik dan opschrijf is zo breed. Dat gaat regelmatig over vragen of overdenkingen of mooie opmerkingen van wie ook. Een zin uit een verhaal of lied kan me raken en pen ik neer. Maar soms gaat het ook verder.

En soms nog verder. Dan kom ik in mijn hoofd bij vroegere tijden uit en wil ik ineens iets opschrijven, waar ik dan vervolgens – want ik zit in de kerk – een toepasselijke typfout in maak:

 

“Ik heb spijt dat ik nooit heb meegedaan aan domineeday…”

Stress, angst, humor en puur genot op één avond

Natuurlijk ben ik gestrest, want het is nieuw en spannend.
Ondanks dat ik eerder op deze plek ben geweest en de reis veel vaker heb gemaakt: de mensen zijn nieuw en de cursus is nieuw en het is toch ook alweer een jaar geleden dat ik hier was.
Natuurlijk ga ik weer te laat weg en is mijn stress hoog, maar ik ben op weg en realiseer me dat de stress soms gewoon bij me hoort. Acceptatie.
Hup, dóór.
Niet teveel nadenken, Mariëlle.
Achter me zie ik de zon onder gaan. Prachtige rode en oranje luchten wisselen elkaar af. Ik kan niet te lang kijken, de weg gaat voor me uit en ik rij zelf in de auto. Toch is dit voor mij een teken van geluk. Het komt wel goed vanavond, stress is niet nodig.

Ik ben een half uur te vroeg, maar vlakbij zit nog iemand te wachten. Het duurt een kwartier tot ik durf te vragen of ze voor dezelfde cursus komt, maar dat blijkt niet zo te zijn. Ik voel me gelijk suf dat ik het heb gevraagd. Toch hebben we een leuk gesprekje tot mijn docent komt. Hij laat me binnen en geeft geen hand. Dat maakt me in de war. Het eerstvolgende uur ben ik bezig me schuldig te voelen dat ik hem geen hand heb gegeven en na te denken of dat stom of logisch was. Dat iedere volgende binnenkomende cursist de beste man wel de hand schudt, is killing voor mijn zelfvertrouwen. Dat ik er onzeker over ben, oké, maar waarom houdt het me zolang bezig?

We moeten ons voorstelstukje eerst opschrijven alvorens het voor te lezen en dat op een zo creatief mogelijke manier. We zitten hier immers op een creatieve cursus.

Ik doe wat mijn hoofd me ingeeft en schrijf het stuk achterstevoren. Iets beters komt er niet in me op. Gevolg: ik lees het voor en weet zelf niet meer wat ik lees, wat maakt dat ik tegelijk in huilen en lachen uit wil barsten. Het lijkt heel lang te duren en ik weet dat niemand begrijpt wat ik zeg. Bovendien hebben deze mensen nog geen idee wie ik ben en zijn dit de eerste woorden die ze van me horen!

Ik heb een flashback naar 10 jaar terug, toen ik op de secretaresse-opleiding een Spaanse presentatie moest houden. De woorden had ik in mijn hoofd gestampt, maar ik wist niet wat ik zei.
Het duurde zo lang en ik kon de lach niet meer beheersen. Hij bulderde mijn lichaam uit, overnam alles en vooral mijn zicht door de tranen, nam de hele zaal mee. Echt een hoog cijfer kreeg ik niet, maar de ervaring… vergeet ik nooit.

Toch geniet ik enorm van de cursus, waarvan een deel herhaling voor me is en ik me grappig genoeg zelfverzekerd genoeg voel om als eerste een zelfgeschreven stukje (uit de losse pols!) te delen met de groep. Vinden ze het nog leuk ook!

Op de terugweg waaien vlagen mist over de snelweg. Het is eng. Zo voelt mijn hoofd soms ook, als er even een angst overheerst: eng en mistig. Dan kun je niet meer helder denken. Soms voelt mijn hoofd ook zo tijdens het schrijven, maar meestal is het toch vrij helder ondanks dat ik nooit tot de horizon kan kijken. Het plot weet ik immers zelden van tevoren.

 

Dat ik de volgende dag al vroeg zo wakker en energiek ben komt niet alleen door de wintertijd. Mijn vrolijkheid verraadt…

Wat ik nou echt geweldig vind

 

Twee banen die de afslag naar links nemen. We moeten wachten voor het stoplicht. Als er op de rechterbaan als iemand staat, ga ik standaard op de linkerbaan staan. Ik wil gewoon in mijn eigen tempo optrekken.

Hoe hilarisch is het dat er deze keer een audi A3 op de rechterbaan stond. Ik kon het niet laten om even naar binnen te gluren. Toevallig kijkt hij ook naar mij. Hij is een donkere jongeman, zonnebril op. Leuke uitdaging, jonge gasten.

Als het licht groen wordt trek ik dan ook vlug op. En deze keer lukt het weer, ik ben een stuk sneller dan mijn buurman. Nog hilarischer vind ik het dan dat hij weet dat ik een meisje ben en in een schattig autootje rij met nota bene hartjes erop. Hoewel de kans aanwezig is dat hij niet eens met mij bezig is, heb ik er tot plezier in.

We zijn de bocht al bijna door als ik ineens een enorm scheurgeluid rechtsachter me hoor. In mijn spiegel zie ik de audi alsnog als een debiel optrekken en langs me heen scheuren. Blijkbaar kan hij alleen snel op een recht stuk? Ik laat hem gaan. Ik hou mij tenminste aan de regels.

Ik lach hardop. Dit zijn echt geweldige momenten. Op deze momenten hou ik zoveel van mijn auto. Stiekem fokken we samen mannen op om ze ver in de diepte van hun ego achter te laten.

‘Tfj’. ‘Tfj?’

‘Tfj’
Haar voet glijdt een beetje weg. Verschrikt en bang kijkt ze naar beneden, waar dit geluid met schuifgevolg vandaan kwam. Jawel, precies waar ze bang voor was: ze stond in een levensvette drol.
De meest intense poepgeur ooit kwam omhoog gecirkeld en drong haar neusgaten binnen.
Als ze onder haar schoen kijkt, realiseert ze zich welke schoenen ze precies vandaag draagt: die met het enorme profiel. De stront zit o-ver-al.
Licht paniekerig kijkt ze naar haar man, maar die staat erbij en kijkt ernaar.
Op zoek naar een takje dan maar? Nergens te vinden op deze stoep – de enige in de hele wereld die wel schoon is. Ze loopt een stuk richting het grasveld en staat daar flink te draaien met haar hak in het gras. Langslopende mensen kijken verwonderd achterom en vragen zich af wat die vrouw mankeert. Maar zij? Zij heeft er schijt aan.

Na meerdere van die draaisessies in grasveldjes en in waterplasjes, hoopt ze ervan verlost te zijn, maar in de trein moet ze haar voet zo ver mogelijk van haar lichaam plaatsen omdat ze anders nooit in bewustzijn haar eindbestemming kan bereiken. Thuis plaatst ze de schoen in een bak water. Later ververst ze het water. De schoenzool weekt uren. Na al deze escapades lijkt de smerigheid verdwenen en kan de schoen eindelijk schoon weer in de gang.

De volgende ochtend komt ze beneden, opent de deur naar de gang. Raad je het al? Dezelfde strontgeur als die van gisteren komt omhoog gecirkeld en dringt haar neusgaten binnen.
Zoals ik al zei: ze heeft er schijt aan.