‘Tfj’. ‘Tfj?’

‘Tfj’
Haar voet glijdt een beetje weg. Verschrikt en bang kijkt ze naar beneden, waar dit geluid met schuifgevolg vandaan kwam. Jawel, precies waar ze bang voor was: ze stond in een levensvette drol.
De meest intense poepgeur ooit kwam omhoog gecirkeld en drong haar neusgaten binnen.
Als ze onder haar schoen kijkt, realiseert ze zich welke schoenen ze precies vandaag draagt: die met het enorme profiel. De stront zit o-ver-al.
Licht paniekerig kijkt ze naar haar man, maar die staat erbij en kijkt ernaar.
Op zoek naar een takje dan maar? Nergens te vinden op deze stoep – de enige in de hele wereld die wel schoon is. Ze loopt een stuk richting het grasveld en staat daar flink te draaien met haar hak in het gras. Langslopende mensen kijken verwonderd achterom en vragen zich af wat die vrouw mankeert. Maar zij? Zij heeft er schijt aan.

Na meerdere van die draaisessies in grasveldjes en in waterplasjes, hoopt ze ervan verlost te zijn, maar in de trein moet ze haar voet zo ver mogelijk van haar lichaam plaatsen omdat ze anders nooit in bewustzijn haar eindbestemming kan bereiken. Thuis plaatst ze de schoen in een bak water. Later ververst ze het water. De schoenzool weekt uren. Na al deze escapades lijkt de smerigheid verdwenen en kan de schoen eindelijk schoon weer in de gang.

De volgende ochtend komt ze beneden, opent de deur naar de gang. Raad je het al? Dezelfde strontgeur als die van gisteren komt omhoog gecirkeld en dringt haar neusgaten binnen.
Zoals ik al zei: ze heeft er schijt aan.

Plaats een reactie